|
MENSENRECHTEN: KRITIEK OP HET NEDERLANDSE MENSENRECHTENBELEID
VN-RAAD VOOR DE MENSENRECHTEN, 8e Sessie, 11 juni 2008
MONDELINGE INTERVENTIE TIJDENS DE
BESPREKING VAN HET RAPPORT VAN DE UPR-WERKGROEP
IN NEDERLAND
door de Internationale Associatie van Democratische Advocaten (IADL)
bij monde van Mr. Edre U. Olalia
Dank u, meneer de voorzitter,
Deze mondelinge interventie tijdens de bespreking van het rapport van de
UPR-Werkgroep in Nederland wordt gedaan uit naam van de Internationale
Associatie van Democratische Advocaten (IADL), in samenwerking met de
Indische Raad in Zuid-Amerika en gesteund door de Coalitie van Inheemse
Volkeren en Naties en door de Filippijnse UPR-Watch. (UPR: Universal Periodic
Review = Universele Periodieke Evaluatie).
De Nederlandse Staatssecretaris van Justitie merkte op 15 april 2008 tijdens
de 13e bijeenkomst van de VN-Raad voor de Mensenrechten op, dat er
momenteel een actieve discussie plaatsvindt over de fundamentele
mensenrechten in Nederland en dat "de rechten van de mens een sterke
basis vormen in wetgeving, politiek en het handhavingproces." Zij verklaarde
ook, dat de Nederlandse maatschappij wordt "gekenmerkt door pluralisme
met een brede waaier van ideologieën, geloven, levensstijlen en maatstaven"
en dat "vrijheid dit pluralisme mogelijk maakt."
De staatssecretaris merkte ook op, dat "respect en aandacht voor
mensenrechten en de rechtsstaat uitgangspunten zijn" en dat Nederland
radicalisering bestrijdt, omdat die de voorbode is van terroristische
activiteiten; dat "een van de factoren die bijdragen aan radicalisering is,
het gebrek aan politieke vrijheid en ruimte voor politieke en sociale
participatie." Zij wees er ook op, dat "het bevorderen van een goed
bestuur en rechtsstaat evenals het respect voor de fundamentele
rechten van de mens en voor culturele en religieuze diversiteit kunnen
bijdragen aan het voorkomen van deze radicalisering."
De Nigeriaanse Delegatie merkte op, dat de politiek van Nederland,
"die grote nadruk legt op vrijheid van meningsuiting en gelijkheid van
alle burgers ongeacht hun politieke overtuiging, religie of ras, de
toevloed van een grote groep immigranten tengevolge heeft gehad."
Wij vragen ons af, hoe deze uitspraken (van de staatssecretaris)
overeenstemmen met de voortdurende politieke vervolging van
politieke ballingen, asielzoekers en vluchtelingen, zoals de Filippino's
in Nederland die zich legaal en democratisch verzetten tegen wat zij
zien als politiek tegen het volk door de Filippijnse overheid.
De staatssecretaris beweert ook, dat "Nederland bouwt aan een
effectief mechanisme om zich in zo vroeg mogelijke stadia te wapenen
tegen terrorisme. Dit kan betekenen dat sommige personen en
organisaties nauwkeurig in de gaten moeten worden gehouden,
maatstaven voor het bestrijden van terrorisme worden bij wet bepaald
en staan onder wettelijke supervisie." Maar ook al blijkt wetshandhaving
te staan onder wettelijke supervisie, het is nog steeds mogelijk dat er
valse beschuldigingen worden gedaan; en misbruik, sancties en strafmaatregelen
kunnen overgaan in schending van mensenrechten.
Wij vragen daarom uw aandacht voor de Gestapoachtige simultane overvallen
die vorig jaar augustus zijn gedaan op kantoren en woonhuizen van hen die
gelieerd zijn aan het Onderhandelingspanel van het Nationaal Democratisch
Front van de Filippijnen (NDFP). Het NDFP is een nationale bevrijdingsbeweging
met een erkende status in het kader van de internationale wet, heeft sinds
lange tijd een open internationaal informatiekantoor in Nederland en is
betrokken bij de vredesonderhandelingen met de Filippijnse regering (GRP).
Hoe kan men het willekeurig in beslag nemen van een enorme hoeveelheid
materialen, waaronder verslagen en verwant studiemateriaal van
vredesonderhandelingen sinds 1986, alsmede aanklachten, bewijsmateriaal
en documenten van de Joint Monitoring Committee, (een organisatie die
het naleven van bilaterale overeenkomsten betreffende mensenrechten
en internationale mensenrechtenwetten controleert), rechtvaardigen? De
in beslag genomen materialen zijn nog steeds niet terug gegeven en er zijn
aanwijzingen voor dreigingen van politieacties en valse vervolging.
Jammer genoeg zijn er serieuze beweringen dat de Nederlandse regering
geloof hechtte aan valse informatie die werd verstrekt door de Filippijnse
overheid en die met name kwam van een organisatie genaamd Inter-Agency
Legal Action Group, een organisatie die volgens Prof. Philip Alston, Speciaal
(VN-)Rapporteur van Buitengerechtelijke, Standrechtelijke of Arbitraire
Executies, afgeschaft dient te worden.
De aanklachten en beschuldigingen hebben volgens vredesadvocaten
de vredes-onderhandelingen lam gelegd. Wij zijn van mening, dat respect
voor mensenrechten door af te zien van bijvoorbeeld vervolging wegens
valse of politiekgemotiveerde aanklachten de rechtsstaat zal versterken
en het ten uitvoer brengen van overeenkomsten tussen de Filippijnse
overheid en het NDFP, zoals de 'Verklaring voor het Respect van
Mensenrechten en Internationale Humanitaire Wetgeving' (CARHRIHL
= Comprehensive Agreement on Respect for Human Rights and
International Humanitarian Law) zal bevorderen. Het hervatten van de
genoemde vredesonderhandelingen kan helpen om het gewapende
conflict in de Filippijnen te stoppen en kan een voedingsbodem creëren
waarin de mensenrechten kunnen gedijen.
Verder, hoe kunnen de beweringen van de Nederlandse regering met
betrekking tot de mensenrechten in overeenstemming zijn met wat
door advocaten wordt gezien als dubieuze arrestatie en voortdurende
politieke vervolging, etikettering en legale kwelling van asielzoekers
zoals Prof. Jose M. Sison, die in Nederland als balling leeft en al meer
dan 20 jaar zich heeft gedragen zoals de Nederlandse wet voorschrijft?
Hij is opgejaagd door valse lasterpraatjes om hem politiek asiel en
verblijfplaats te onthouden, werkgelegenheid te ontzeggen, hem
te beroven van maatschappelijke voorzieningen, zijn banksaldo's te
bevriezen, hem te brandmerken en door de rechtsbescherming
waarop hij volgens Artikel 3 van de Europese Conventie van de Rechten
van de Mens recht heeft, te omzeilen.
Hoe zou de Raad reageren of antwoorden op rapporten die melden,
dat autoriteiten van de Nederlandse en Filippijnse overheid een lange
termijn planning hebben van 'onderdrukking en criminalisering' van
Prof. Sison door hem te onderwerpen aan zulke aanklachten en aan
een eindeloos politiekgemotiveerd strafrechtelijk onderzoek door de
Nederlandse Staat; dit ondanks de diverse uitspraken van de Haagse
Rechtbank, het Haagse Hof van Beroep en de onderzoeksrechter dat
er geen enkel prima facie bewijs tegen hem is gevonden? Enkele
dagen geleden heeft de Haagse Rechtbank nog verklaard, dat tot
op heden geen enkel bezwaarlijk bewijs tegen hem is gevonden.
Inderdaad, meneer de voorzitter, vervolging op grond van valse
aanklachten is een belangrijke vorm van schending van mensenrechten.
De valselijk beschuldigde wordt onderworpen aan detentie, vernedering,
brandmerking, onnodige verspilling van inspanningen en middelen, verlies
van inkomen en mogelijkheden en openbare aansporing van geweld op
zijn persoon en reputatie.
Hoe kan de Nederlandse regering garanderen, dat op het gebied van
gerechtelijk onderzoek, vervolging en gerechtelijke besluitvorming, de
politieke belangen ondergeschikt zijn aan het veronderstelde recht in
Nederland, zodat de rechten van mensen die gebruik maken van hun
fundamentele vrijheid van gedachten en woord worden gesteund en
beschermd?
De staatssecretaris zei verder, dat Nederland momenteel werkt aan
de definitieve besluitvorming van de totstandbrenging van een
"gemakkelijk identificeerbaar, effectief en efficiënt nationaal instituut
voor de bescherming en bevordering van mensenrechten, dat werkt
in overeenstemming met de Principes van Parijs."
Wij sluiten ons aan bij de Belgische Delegatie in hun verzoek om verdere
informatie over de lopende ontwikkelingen voor het opzetten van een
nationaal instituut voor de mensenrechten en hoe de taken verdeeld
moeten worden tussen dit instituut en reeds bestaande mechanismen.
Wij willen graag weten hoe dit instituut concreet kan verzekeren dat
de fundamentele rechten van mensen en organisaties zoals die hiervoor
zijn besproken, worden gerespecteerd. Welke mechanismen zal dit
instituut creëren om politieke vervolging te voorkomen en straffeloosheid
wordt gestopt en hoe kunnen Nederlandse overheidsorganen aansprakelijk
worden gesteld of op zijn minst worden tegengehouden om zulke
handelingen te doen?
Wij sluiten ons ook aan bij de Franse Delegatie die zoekt naar concrete
informatie over maatregelen om de persoonlijke veiligheid van asielzoekers
in het licht van actuele bedreigingen en mislukte aanslagen op zulke
personen te verbeteren.
Voorts sluiten wij ons naar aanleiding van de nieuwe Nederlandse
antiterrorisme wetgeving, aan bij de Zwitserse Delegatie, bij het adviseren
dat verdere concrete maatregelen worden geïmplementeerd met respect
voor de internationale mensenrechten verplichtingen, inclusief het recht
op een eerlijk proces en het recht op vrijheid en veiligheid van de persoon.
Tenslotte zijn wij het ook eens met de aanbeveling van Cuba, dat Nederland
moet overwegen om alle antiterrorisme wetten te herzien en in overeenstemming
moet brengen met de hoogst mogelijke mensenrechten normen.
Zonder bevredigende antwoorden op deze vragen zijn wij bang, dat andere
personen en organisaties in Nederland eenzelfde lot zullen ondergaan, in
strijd met de fundamentele internationale instrumenten waaraan Nederland
zich heeft verbonden. Deze zouden het lidmaatschap van deze Raad moeten
reflecteren. Wij vragen de Raad deze opmerkingen te bespreken, wanneer
zij besluit om het resultaat van het overzicht op te nemen in het rapport
van de Zitting van de Raad.
Dank u, meneer de voorzitter. #
Click here to view PDF file of the article
|
|